zondag 26 juli 2009

Van Trondheim naar Beitostolen

De weg die vanuit Trondsheim naar het zuiden leidt gaat door een alpijns landschap. Tientallen watervalletjes storten zich van de toppen van de fjelden naar beneden waar ze zich verzamelen tot aanzienlijke stromen. Op hun beurt stuwen deze bergstromen zich door smalle kloven en vormen verrassende stroomversnellingen en watervallen.
We ontmoetten de Augengneisses bij Magalaupet,
Als voorbeeld en als afsluitertje wou ik een videofilmpje cadeau geven van de Ridderspranget op de Sjoa maar 12Mb tegenover 45 Kb is een te groot verschil in belasting.
Bij Oppdal staat een gratis te bezichtigen soort Noors Bokrijk: het Bygdemuseum. Even verder is er een "voorhistorische" Vikingbegraafplaats met tumuli: het Gravfjellet (grafveld). Voorhistorisch is voor onze verwanten in het Noorden vóór het jaar 1100 AD want tot dan toe kon geen enkel wapen hen overtuigen van dat grote gelijk. Nog altijd niet blijkbaar want rond de kristelijke (staats)kerken staan weinig zerken met kruisen boven de familie'graven, des te meer eenvoudige granieten blokken met de gegevens van de overledenen of stylen of levenswielen, zoals rond het Vagakyrkje uit 1120 in Vagarno, dus een van de eerste.
Beitostölen, een Noors skygebied is ook tijdens de zomer best te genieten. Het plaatsje ligt een enorme vallei aan de voet van een opzienbarend hoogplateau, de Valdresflya, zo te zien genivelleerd door een enorme gletsjer. De uitlopers ervan sleten de vallei uit.
Mijn bed in het Radisson Hotel is even hoog als een fjord en ik zal maatregelen moeten nemen om vannacht niet te pletter  te storten.
Bij leven en welzijn gaat het naar Oslo en na de middag met de Stena Line overnacht naar Frederikshaven in Denemarken, een hele onderneming want dan ben ik nog niet thuis...